Een oud appeltje

Toen ik nog een klein Lieseke was wilde ik elke avond voorgelezen worden uit hetzelfde boekje: De Appel.

Het is het eerste prentenboekje van Dick Bruna uit 1953 nota bene, tien jaar ouder dan ik zelf. Maar het is tijdloos, Dochter wilde van haar tweede tot haar vierde jaar óók elke avond horen van de appel, die zo verdrietig is omdat hij niets van de wereld kan zien. En net toen zij naar andere boeken overstapte kreeg haar broer de smaak te pakken… ik denk dat ik het duizenden keren heb voorgelezen. Vanzelfsprekend kocht ik weer een exemplaar toen Kleindochter K. belangstelling voor boekjes kreeg. Gisteren mocht ik een dagje op haar passen en nam het boekje mee.

Dat vond ze zó leuk dat ze het meenam toen we op de fiets naar de kinderboerderij gingen.

Een van de bladzijden toont een vlinder, en de tekst daarbij is: Appel, kijk eens gauw naar boven! daar vliegt een vlindertje voorbij. Vanzelfsprekend ligt de klemtoon bij het voorlezen op het woord “boven”. Dus toen Kleindochter K. in de kinderboerderij een tekening van een vlinder zag wees ze enthousiast en riep “boven!”

Kleine meisjes worden groot

Als kind las ik -natuurlijk-  de reeks “kleine huis” boeken. Ik leefde mee met Laura en de familie Ingalls, ik vond het vooral spannende verhalen. Helemaal begrijpen deed ik het niet, natuurlijk… dat Laura haar hoofd onder een kussen stopt als er een varken moet worden geslacht, maar zodra het dood is vrolijk gaat meehelpen met worst vullen en zelfs de krulstaart, knapperig gebraden, afkluift tot er alleen nog maar botjes zijn. Ik griezelde ervan. (Voor de duidelijkheid: ik werd vegetarisch opgevoed.) Maar ik weet nog dat ik er óók van genoot, hoe Pa ‘s avonds bij het kampvuur naast de huifkar op zijn viool speelde, van het uitgegraven huis in de oever van de rivier waar ze elke dag vis uit halen met een fuik. En hoe Ma van een knolraap en een halve emmer tarwe de heerlijkste maaltijden maakte en dat ze échte indianen zagen! Laura was stoer.

Ik heb nooit naar de televisieserie gekeken. Maar met behulp van mijn e-reader herlas ik afgelopen maand de hele serie. Behalve het feest van herkenning las ik nu ook echt heel wat anders. Hoe een sprinkhanenplaag de familie berooft van eten, drinken en vooruitzichten en Pa daarom 400 kilometer verderop werk zoekt (lopend, natuurlijk) en maanden van huis is om zijn gezin te redden. Dat die knolraap en tarwe vooral zo lekker waren omdat honger spreekwoordelijk rauwe bonen zoet maakt, en dat weken lang elke maaltijd vis eten ook geen luxe leven is. Wonen in een hol in de rivieroever. Zeven maanden strenge winter, in een houten huisje waar het alleen warm te houden is door de voorraad hooi op te stoken. Wat een hard leven, wat moesten ze inventief en volhardend zijn. Ik leefde deze keer vooral met de ouders mee. Maar Laura is nog steeds stoer.

Wat ik vandaag maakte: Mijn boekenplank voller

17 maart 2016:

Het is weer Boekenweek

160317boekenweek

Sinds enige tijd probeer ik boeken waarvan ik denk dat ik ze niet nog eens wil lezen kwijt te spelen. Er staan er een heel stel te koop op bol.com, op die manier zijn al zes boeken naar een nieuwe eigenaar gegaan. Ook leg ik er regelmatig eentje te vondeling in de trein. Maar wat ik niet kwijt wil is mijn rijtje Boekenweekgeschenken, daar komt zelfs elk jaar een boek bij. Ik wil die collectie zo compleet mogelijk houden maar ik mis nog een paar vroege jaren, die soms, via antiquariaten, voor astronomische bedragen worden verhandeld en dus waarschijnlijk niet in mijn kast terecht zullen komen. Dit jaar kocht ik, om het Boekenweekgeschenk te krijgen, As in tas, van Jelle Brandt Corstius dat ik direct begon te lezen. Na hoofdstuk twee bedacht ik dat ik erg veel requiem romans heb, dit is er ook een. Hm… Hoewel klaarblijkelijk veel auteurs het overlijden van een ouder of kind verwerken in hun mooiste werk, op die manier een monumentje oprichten. Ik ken (nog) niets anders van Jelle Brandt Corstius, maar As in tas is prachtig.

Wat ik maakte: Aardappeltatin

18 februari 2016

Aardappeltaart

 

Meteen maar nummer twee in het Ottolenghi-project: De Verrassende Tatin. Opvallende combinatie, aardappels en karamel, maar het werkt. Het was zó lekker dat Echtgenoot Yep en ik besloten dat ik vanaf nu niet meer de complete recepten kook (die meestal voor vier personen zijn) maar de hoeveelheden halveer. We aten dit -net als de worteltjes gisteren- namelijk helemaal op, het was te veel maar het was ook zó lekker… Deze tarte tatin was dan ook best machtig: Ik had het bladerdeeg zelf gemaakt met de voorgeschreven enorme hoeveelheid boter, er zit geitenkaas in en dus die karamel… behoorlijk wat calorieën op de vierkante centimeter. Het is een bewerkelijk recept, naast het maken van het bladerdeeg droogde ik ook zelf de tomaatjes in de oven. Ik vink het af, het krijgt een negen+ omdat het zo lekker was… maar ik denk niet dat ik het snel nog een keer maak.

Wat ik las: Weerwater

23 juni 2015:

Besproken met de Leesclub: Weerwater van Renate Dorrestein

thumbnail

Niet vaak waren de meningen zó verdeeld in onze leesclub, als over dit boek. Een van de lezers is zelfs halverwege gestopt omdat hij het écht niet leuk vond. Ik zelf bevind me in het andere kamp: Ik hou wel van Renate Dorresteins droge humor en scherpe observaties, het idee van dit verhaal vond ik ook goed gevonden. Het einde sprak me dan weer niet echt aan, maar ik kon goed met de personages door een deur. En (raar misschien)  ik heb best warme gevoelens voor Almere. Onze leesclubanalyse was vooral dat het behoud van cultuur een belangrijke factor geweest zou zijn in het Almere van dit boek. Zo worden alle boeken uit de bibliotheek als brandstof gebruikt, en muziek is helemaal afwezig. Twee dingen die het leven in de restanten van de beschaving een stuk soepeler hadden kunnen maken. Maar: een positief leesadvies van mij.

 

Wat ik vandaag maakte: Mij vrolijk

7 mei 2015:

Een gehypt boek over opruimen gelezen

150507opruimboek

Al een paar weken hoorde ik over een boek over opruimen. Tijd om het te lezen, dacht ik, en schafte het aan. Dat was wel zonde van mijn euro’s, of misschien ook weer niet want ik heb er hartelijk om gelachen. Ik denk niet dat ik er iets van ga uitvoeren… Elke dag mijn tas hardop bedanken voor het verrichte werk. Oh, en ook mijn kleren, dat ze me zo prettig warm hebben gehouden, waarna ik ze in de kast hang zodat ze kunnen uitrusten van hun taak. Het advies om bij elk van je bezittingen te overwegen of je er blij van wordt is op zich niet slecht. Maar het uitgangspunt is dat je alles waar je niet meteen happy van wordt weggooit omdat je “toch altijd weer een nieuwe kunt kopen” en dat staat me wel tegen. Consumentisme ahoy!

Wat ik vandaag deed: De leesclub

31 Maart 2015:

We lazen Ik kom terug van Adriaan van Dis

150331ikkomterug

Eerder las ik Tikkop van Adriaan van Dis, en Palmwijn. Beide vond ik wat naargeestige boeken, als de leesclub zijn laatste werk niet op het menu had staan had ik dit niet gelezen. Waarmee ik maar wil zeggen dat ik blij ben met de leesclub, want wat een mooi boek! Het beschrijft het laatste jaar in het leven van de moeder van de schrijver, met wie hij een getroebleerde verhouding heeft. Zij heeft een turbulent leven achter de rug, met twee moeizame huwelijken en een verblijf in een interneringskamp in Indonesië in de Tweede Wereldoorlog. Hij is wat je noemt tweede-generatie-slachtoffer, ook en vooral van het oorlogstrauma van zijn inmiddels overleden vader. Toch, tussen alle geruzie en wrevel zit er veel liefde. En humor. Prachtige taal, ik denk dat alleen Adriaan van Dis het woord “stupéfait” nog gebruikt.

Wat ik vandaag maakte: een halve mouw

13 februari 2015:

Een heel stuk breiwerk.

150213mouw

Deze trui “damegenser med rundt bærestykke” brei ik van een patroon in het Noors. Even wennen, maar niet zo moeilijk als ik dacht: Mouwen zijn Ermer, breien is strikk, en tricotsteek heet glattstrikk. Het was een lang stuk rechtuit breien, dus las ik tijdens het breien Alles van elkaar van Leon Verdonschot. Ook brak ik eerst een kies en daarna drie noodkronen met steeds een of twee dagen tussenruimte. Eerste-wereld probleem. (maar wel een probleem)

 

Wat ik maakte, de afgelopen dagen: zakdoekjes vies

28 januari 2015:

Griep.

2015-01-28 20.03.01

Ik was ziek. Niet zo erg dat ik onder de dekens moest blijven, ik had geen koorts en wel gewoon trek in eten. Wel spierpijn op plaatsen waar ik niet wist dat ik spieren heb, een concentratiespanne als van een goudvis en algehele malaise.  Behalve werken (lees: aanwezig zijn achter mijn bureautje) en het minimaal noodzakelijke wat betreft het huishouden deed ik niets. Ik lag op de bank en las kranten en een boek. Ik vond het Puttertje leuk, inderdaad aan de lange kant. Maar Donna Tartt schrijft fijn en beeldend, de vaart ging er niet helemaal uit. Wel kreeg ik zin om de hoofdpersoon een schop te verkopen, hij ondergaat zijn lotgevallen meer dan hij ze beleeft. Hoe dan ook, drie sterren en een hoeraatje voor het Puttertje, dat dus kennelijk zelfs met een goudvissen-focus gelezen kan worden.

Wat ik vanavond deed: een boek bespreken

21 januari 2015:

De Leesclub besprak Woesten van Kris van Steenberge

150121Woesten

Een boek dat tegelijkertijd een streekroman, een oorlogsroman, een detective en een historische roman is. Ik vond het prettig lezen, maar ik voelde me met geen van de personages erg betrokken. Het verhaal speelt in het dorpje Woesten vlak bij Ieper. Hoewel de eerste wereldoorlog een belangrijk breekpunt in het verhaal is, gaat de roman daar niet echt over. Hoofdpersonen zijn tweeling, waarvan de eerstgeborene een heel mooi kind is, de tweede ernstig mismaakt aan zijn gezicht. Zo ernstig dat hij geen naam krijgt en met een kap over het hoofd door het leven gaat.

Hier en daar vond ik wel wat mankementen: Er zijn enkele minuten tussen de klap (met de kandelaar, hoe cluedo) op het hoofd van het slachtoffer en het overlijden, in die enkele minuten lopen vier mensen “toevallig” binnen. En worden natuurlijk omdebeurt verdachte.

Drie personages uit het boek gaan op verschillende tijdstippen tijdens de oorlog naar een prostituee, laten ze nu alle drie dezelfde prostituee bezoeken! Die hen dan ook over elkaar vertelt! Nu ja. Het is fictie.