Het is de tijd van het jaar voor plannen maken. En voor iets te grote verwachtingen en kleine tegenslagen, de muis in onze tuin heeft bijvoorbeeld wéér de gezaaide erwtjes opgegeten. Ik heb nu het “zaaien ter plaatse” voorschrift in de wind geslagen en thuis op de tuintafel zaaibakken gevuld. Als het eenmaal een plantje is eet de (ongetwijfeld inmiddels bijzonder goed doorvoede) tuinmuizenfamilie het niet.
Maar goed. De plannen dus. Ik surfte op internet langs een website over het kweken van eetbare paddenstoelen en dacht heel Zeeuws: Mokokè*. Het lijkt in het geheel niet moeilijk. De grootste hindernis is het vinden van een vers gezaagd stammetje van de juiste afmetingen en bomensoort. Dat moet eerst een maandje liggen, daarna worden er gaten in geboord waarin deuvels met paddenstoelensporen worden aangebracht. Vervolgens leg je het stammetje ergens op een rustig schaduwrijk plekje in de tuin en wacht tot er heerlijke shii take op groeien. Of oesterzwammen. Wat een leuk idee! Ik ga op stammetjesjacht. (Hoewel ik het advies van de website om met een zaag het bos in te gaan en goed op te letten dat de boswachter je niet betrapt NIET zal volgen… zijn ze nou helemaal! Er worden al veel te veel bomen gekapt zonder dat allerlei hobbyisten er op los gaan zagen)
Gisteren trof ik alvast een afgezant uit het paddenstoelenrijk in onze tuin. Tot mijn verbazing staat er een bleke morielje in ons oude aardperenperkje. Morieljes zijn voorjaarspaddenstoelen en ook delicatessen, maar je kunt ze niet rauw eten. Ik laat deze ook maar staan, hij is zo mooi!
*Mokokè: Dat moet ik ook hebben.